Tramvervoer rond 1900
Van Techniek in Nederland
Regel 2: | Regel 2: | ||
− | De motorisering van de stedelijke tramwegnetten kwam in Nederland slechts langzaam op gang, tien jaar nadat in de ons omringende landen daarmee een begin was gemaakt. Dat kan onder andere worden verklaard door de laat gestarte elektrificatie hier te lande. Rond 1908 was de elektrificatie van de netten van de vier grote steden, Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag, voltooid en in 1911 was hetzelfde proces gestart of afgesloten in Groningen, Haarlem, Leiden, Arnhem en Nijmegen. Daarmee verdween de paardentram uit het grootstedelijke straatbeeld, maar op het platteland bleef de stoomtram domineren.[[Noten H2#2-17|<sup>[17]</sup>]] | + | De motorisering van de stedelijke tramwegnetten kwam in Nederland slechts langzaam op gang, tien jaar nadat in de ons omringende landen daarmee een begin was gemaakt. Dat kan onder andere worden verklaard door de laat gestarte elektrificatie hier te lande. Rond 1908 was de elektrificatie van de netten van de vier grote steden, Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag, voltooid en in 1911 was hetzelfde proces gestart of afgesloten in Groningen, Haarlem, Leiden, Arnhem en Nijmegen. Daarmee verdween de [[Transportrevolutie in de tweede helft van de 19-e eeuw|'''paardentram''']] uit het grootstedelijke straatbeeld, maar op het platteland bleef de stoomtram domineren.[[Noten H2#2-17|<sup>[17]</sup>]] |