Mobiliteit tussen de twee wereldoorlogen
Van Techniek in Nederland
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | '''Autodichtheid''' | |
Drukt men de autodichtheid uit per oppervlakte (een maat voor de door de tijdgenoten ervaren ‘drukte’ van het autoverkeer), dan behoorde Nederland al aan het eind van de jaren twintig tot de drukke autonaties. Begin jaren dertig passeerde Nederland in dit opzicht de Verenigde Staten.[[Noten H2#2-43|<sup>[43]</sup>]] Ook in het aantal personenauto’s per kilometer weg scoorde Nederland hoog.[[Noten H2#2-44|<sup>[44]</sup>]] Daarbij is overigens nog niet het massale fietsverkeer gerekend, dat in 1939, met 430 fietsen per 1000 inwoners, na dat van Denemarken het hoogste ter wereld was, en evenmin het motorfietsverkeer, dat vanwege zijn sterk lokale karakter veel minder in de landelijke verkeerstellingen tot uitdrukking kwam. In totaal waren er in 1939 ruim 65.000 motorfietsen in gebruik.[[Noten H2#2-45|<sup>[45]</sup>]] | Drukt men de autodichtheid uit per oppervlakte (een maat voor de door de tijdgenoten ervaren ‘drukte’ van het autoverkeer), dan behoorde Nederland al aan het eind van de jaren twintig tot de drukke autonaties. Begin jaren dertig passeerde Nederland in dit opzicht de Verenigde Staten.[[Noten H2#2-43|<sup>[43]</sup>]] Ook in het aantal personenauto’s per kilometer weg scoorde Nederland hoog.[[Noten H2#2-44|<sup>[44]</sup>]] Daarbij is overigens nog niet het massale fietsverkeer gerekend, dat in 1939, met 430 fietsen per 1000 inwoners, na dat van Denemarken het hoogste ter wereld was, en evenmin het motorfietsverkeer, dat vanwege zijn sterk lokale karakter veel minder in de landelijke verkeerstellingen tot uitdrukking kwam. In totaal waren er in 1939 ruim 65.000 motorfietsen in gebruik.[[Noten H2#2-45|<sup>[45]</sup>]] |